Uit een proef bij melkveehouder Walter Koppelaars in Oss blijkt dat hommels prima gedijen op grasland waar klaver is gezaaid. Dat is belangrijk omdat recent is gebleken dat in Duitse natuurgebieden het aantal insecten in de laatste decennia met 76% is afgenomen.

Ook in Nederland gaat het slecht met de insectenpopulaties, mede door gebrek aan voedsel en nestelplekken. Dat is een nijpend probleem, want insecten zijn cruciaal voor bestuiving van planten en als voedselbron. Om (wilde) bijen en andere nuttige insecten te helpen zoekt het programma Bee Deals, onder begeleiding van CLM, naar concrete oplossingen.

Agrarische landschappen zijn eentonig
In de nogal eenzijdige agrarische landschappen is het voor bijen vaak moeilijk om voedsel en nestgelegenheid te vinden. Om toch wilde bijen in dit landschap te stimuleren is onderzocht of grasklaver op de percelen een uitkomst kan bieden. Bloeiend grasklaver voorziet bijen onder andere van eiwitrijk stuifmeel, wat nodig is voor hun jongen. Ivo Raemakers (Ecologica) heeft daarom bij melkveehouder Walter Koppelaars in het Brabantse Lithoijen een monitoring gedaan van de soorten en aantallen (wilde) bijen op twee percelen met witte en rode klaver.

Grasklaver is een goede voedselbron voor hommels
De resultaten waren verrassend. Op twee meetdagen, 6 juli en 21 augustus, werden in totaal 500 wilde bijen geteld.  Het overgrote deel van de gevonden soorten zijn de veel voorkomende akkerhommel, gewone aardhommel en steenhommel. Deze kunnen, met het beschikbare stuifmeel, veel jongen grootbrengen. Een probleem is wel dat de percelen regelmatig gemaaid worden, waardoor massale bloei en lege velden elkaar afwisselen. Het gefaseerd maaien van percelen zou dit periodieke voedseltekort grotendeels oplossen. Daarnaast is het voor hommels wel belangrijk dat ook in de lente, voor de bloei van de klaver, bloeiende planten beschikbaar zijn.

De akkerhommel komt veel voor in grasklaverpercelen

Meer diversiteit nodig
Ondanks het relatief grote aantal getelde bijen, is de diversiteit aan soorten beperkt. Wilde bijen hebben, naast voedsel, behoefte aan nestgelegenheid op korte afstand. Deze vaak kleine bijtjes vliegen niet verder dan enkele tientallen tot honderden meters. Daarbinnen moeten ze zowel een geschikte voedselbron, als nestgelegenheid hebben. Voor veel wilde bijen is het belangrijk een grote diversiteit te hebben in voedsel-  en nestelaanbod. Dit kan bijvoorbeeld door kruidenranden of bloeiende bermen. Structuren als onbehandelde weipalen, houtblokken, zandhopen, schrale slootkanten of plantenresten zijn geschikte plekken voor het bouwen van nesten.

De Bee Deals
In Nederland zijn rond de 350 soorten wilde bijen te vinden. Minstens de helft daarvan is de afgelopen decennia hard achteruit gegaan. Om dit tegen te gaan sluiten verschillende partijen en regio’s Bee Deals. Onder begeleiding van CLM nemen ze maatregelen als het zaaien van bloemenranden en het aanleggen van nestgelegenheid. Zo werken in de Bee Deal Oss, waar de proef bij veehouder Koppelaars deel van uitmaakt, de gemeente Oss, waterschap Aa en Maas, Brabant Water en telers uit de regio samen aan een betere leefomgeving voor de (wilde) bij.