Eén dezer dagen beslist de Europese Unie over een nieuw zogenoemd Bijenrichtsnoer.

Al in 2013 kwam de Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid (EFSA) met een voorstel voor zo’n Bijenrichtsnoer voor de risicobeoordeling bij de toelating van gewasbeschermingsmiddelen. Deze richtlijn gaf een zorgvuldige route met serieuze aandacht voor het voorzorgbeginsel om dergelijke schade te voorkomen. Onder meer werd aanbevolen om naast honingbijen ook wilde bijen en andere bestuivers in de beoordeling mee te nemen. Die richtlijn werd echter nooit geïmplementeerd.

Zeven jaar later ligt er nu in Brussel een sterk vereenvoudigde richtlijn ter goedkeuring voor. De Nederlandse regering neigt ernaar om deze te steunen. De nieuwe richtlijn leunt geheel op de honingbij en op extrapolaties uit modelstudies die niet bedoeld zijn voor het doorrekenen van deze risico’s. De wetenschappelijke onderbouwing schiet tekort en wilde bestuivers blijven buiten beschouwing. Dit is een gemiste kans om een van de oorzaken van achteruitgang van de bijen –naast verminderd voedselaanbod en ziektes- te verminderen.

Deze Nederlandse steun zou opmerkelijk zijn tegen de achtergrond van de Nationale Bijenstrategie, de Toekomstvisie Gewasbescherming en de biodiversiteitsstrategie van de Europese Unie. Want deze staan toch vol met voornemens om de bloembezoekende insecten er weer bovenop te helpen? En dat is hoognodig, want de achteruitgang van insecten is evident en geeft zeker geen aanleiding te komen tot verruiming van toelatingseisen aan gewasbeschermingsmiddelen met mogelijke risico’s voor bijen. Zou Minister Schouten niet beter een Bee Deal kunnen sluiten met iedereen die z’n best doet voor de bijen?